Blog

Interview met docent Robert van Ossenbruggen

Robert van Ossenbruggen is een geliefde docent binnen het data-vakgebied. Hij werd afgelopen jaar zelfs zo goed beoordeeld door onze deelnemers dat hij Docent van het Jaar 2022 werd in de categorie Customer Experience, CRM & Data. Naast lesgeven bij Beeckestijn is Robert partner bij The Commercial Works waar hij organisaties helpt om bruggen te slaan tussen data, modellen, statistiek en marketing.

Wat maakt Robert een echte vakexpert? Wat is zijn visie om de toekomst van data en marketing? En welke tip geeft hij zijn vakgenoten? Je leest het in dit interview.

Waarom ben én blijf jij een vakexpert?

Ik beschouw mezelf nooit als expert maar als iemand die nog een hoop kan leren. Ook al zit ik al 25 jaar in dit vak, ik pik bij elk project weer nieuwe dingen op. Ik heb lang gedacht dat expertise zat in veel lezen, literatuur en trends bijhouden. Dat helpt natuurlijk wel, maar ik ben er nu meer van overtuigd dat het veel meer zit in meters maken.

Robert van Ossenbruggen

Wat zijn jouw toekomstverwachtingen voor jouw vakgebied?

Ik hou mij bij Beeckestijn vooral bezig het inzichtelijk en begrijpelijk maken van data. Dat wordt steeds belangrijker, aangezien organisaties steeds meer data verzamelen. ‘Vroeger’ was data schaars en dus elk stukje informatie belangrijk. Vandaag is er data in overvloed en gaat het veel meer om keuzes maken. Dat wordt naar mijn mening het spanningsveld voor de komende jaren: méér data verzamelen en communiceren versus meer durven te filteren, duiden en verbinden. Ik ben duidelijk voorstander van het laatste, maar de verleiding voor het eerste is bij bedrijven vaak erg groot.

“Het spanningsveld van de komende jaren: méér data verzamelen en communiceren versus meer durven te filteren, duiden en verbinden”
Robert van Ossenbruggen
Partner bij The Commercial Works

Wat is jouw verklaring dat je top 10 docent geworden bent? Wat maakt jou ‘anders’?

Ik ken een hoop docenten en trainers bij Beeckestijn. Ik denk dat er veel meer overeenkomsten zijn dan verschillen. Alle Beeckestijn docenten die ik ken, en dat zijn er nogal wat, kunnen putten uit veel praktijkervaring, kunnen daar met veel enthousiasme over praten en kunnen die kennis compact en praktisch vertalen naar de belevingswereld van de deelnemers.

Kun je iets vertellen over de inhoud van de colleges die jij geeft? Wat leer je de deelnemers?

Ik geef verschillende trainingen en colleges waarbij altijd het verbinden van data en besluitvorming centraal staat. Het afgelopen jaar heeft bij Beeckestijn de training Datavisualisatie goed gedraaid. In deze training gaat het om het verbeteren van rapportages, presentaties en/of dashboards. Het probleem van dat soort documenten is dat we noch tijdens opleidingen noch op het werk leren wat daarvan de spelregels zijn. De tools die ik de deelnemers aanreik lossen dit probleem op: binnen een dag heeft iedereen de argumenten om de juiste keuzes te maken. Je ziet die documenten dan ook ter plekke beter worden en de meeste deelnemers gaan naar huis met een tas vol ideeën voor verdere ontwikkeling.

Hoe zorg je ervoor dat de deelnemers enthousiast, actief, gemotiveerd worden en blijven voor, tijdens, na je colleges?

Vroeger dacht ik altijd dat training vooral bestond uit kennis overdragen. Maar dat idee heb ik flink bij moeten stellen. Het gaat vooral om activeren. Ik probeer dan ook niet te lang aan het woord te zijn en snel aan de slag te gaan.

Heb je nog tips voor de mensen uit het vakgebied?

Eén van mijn belangrijkste ontwikkelpunten — en ik vermoed ook voor vele anderen — is ‘less is more’. Dat geldt niet alleen voor de invulling van een college of een training, maar ook voor elke slide die je met de deelnemers deelt. Hoe verleidelijk het ook is om veel te geven, je kunt in de meeste gevallen beter minder kennis delen en juist meer doen.

Zelf aan de slag met data?

Voor een goede customer experience en succesvolle (digitale) marketing zijn klantdata en klantinzicht noodzakelijk.  We hebben een gevarieerd aanbod aan data opleidingen en trainingen, voor ieder wat wils. ​↓